Gevolgen voor de wet WBTR en de aanpassingen van de statuten
In overleg met Notariskantoor de Valk en Notaris Zijlstra hebben wij de volgende adviezen gekregen.
Het aanpassen van de statuten voor verenigingen is niet eerder nodig dan dat er een aanpassing van de statuten nodig is.
- Speciaal voor stichtingen
Voor stichtingen is het raadzaam om een vorm van toezicht te activeren. Bijv: Een raad van commissarissen die de financiële gang van zaken kan controleren.
Bij het aanpassen van de statuten van een vereniging is het belangrijk dat de volgende passage worden opgenomen:
- Speciaal voor verenigingen.
Bestuur:
In geval van ontstentenis of belet van alle bestuurders is de persoon die daartoe door de algemene ledenvergadering wordt benoemd, tijdelijk met het bestuur van de vereniging belast. Deze tijdelijke bestuurder wordt voor wat betreft de bestuursdaden met een bestuurder gelijkgesteld.
Taken en bevoegdheden:
Het bestuur richt zich bij het verrichten van de werkzaamheden naar het belang van de vereniging.
Ten aanzien van de taakvervulling door bestuurders is het bepaalde in het burgerlijk wetboek overeenkomstig de artikelen 2:131 en 2:138 de leden 3 tot en met 10 van toepassing.
Bestuursbesluitvorming:
Een bestuurder neemt niet deel aan beraadslagingen en besluitvorming indien hij daarbij een direct of indirect persoonlijk belang heeft dat tegenstrijdig is met het belang van de vereniging. Wanneer hierdoor geen bestuursbesluit kan worden genomen, wordt het besluit genomen door de algemene ledenvergadering.
Nawoord
De vereniging kan nu alvast gaan handelen voordat de statuten worden aangepast.
Dit kun je als vast opnemen in een huishoudelijk regelement en als het nodig is de statuten aan te passen deze artikelen opnemen in de nieuwe statuten.
Het is misschien wel zinvol om de statuten eens af te stoffen en in het bestuur te gaan bespreken.